Bijkomende inkomensgrens voor gepensioneerde flexi-jobwerknemers
Vanaf 1 januari 2025 zullen gepensioneerde flexi-jobwerknemers die de wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt hebben of geen 45 loopbaanjaren kunnen bewijzen een bijkomende inkomensgrens moeten respecteren wanneer ze het flexi-inkomen cumuleren met het pensioen. Als de grensbedragen worden overschreden, wordt het pensioen verminderd volgens specifieke regels.
Even herhalen: cumulatie van beroepsinkomen en pensioen
Gepensioneerden die de wettelijke pensioenleeftijd bereiken of 45 loopbaanjaren kunnen bewijzen op het ogenblik van hun pensionering, kunnen onbeperkt bijverdienen met behoud van hun pensioen.
Andere gepensioneerden moeten hun inkomen beperken tot grensbedragen, willen ze hun pensioen (volledig) behouden. Bij een overschrijding van die grenzen, wordt het pensioen verminderd.
Bijkomende inkomensgrens voor flexi-jobs
Vanaf 1 januari 2025 zal er een extra inkomensgrens gelden voor inkomen dat een gepensioneerde werknemer, die niet onbeperkt mag bijverdienen, verdient met een flexi-job. Die grens vormt zo het equivalent van het jaarplafond van 12.000 euro voor de beroepsactieve flexi-job werknemers. Meer over dat jaarplafond kan je hier lezen.
Een koninklijk besluit legt die extra grens nu vast op een basisbedrag van 5.893 euro, wat neerkomt op een grensbedrag van 7.876 euro voor 2025.
In tegenstelling tot de algemene grenzen wordt deze bijkomende grens niet aangepast in functie van kinderlast en geldt ze niet wanneer de flexi-jobwerknemer enkel één of meer overlevingspensioenen geniet of voor de echtgenoot van een gerechtigde op een gezinspensioen.
Deze bijkomende grens ligt lager dan de algemene grens voor het (gehele) beroepsinkomen, en zal jaarlijks worden aangepast.
Vermindering van het pensioen bij overschrijding
Samen met de nieuwe grens wordt ook een specifieke regeling ingevoerd voor de vermindering van het pensioen bij overschrijding van de grensbedragen.
Het pensioen van de flexi-jobwerknemer kan tot twee keer verminderd worden, als zowel de algemene grens als de bijkomende grens overschreden worden.
De Federale Pensioendienst beoordeelt een overschrijding in fasen:
- Fase 1: de Federale Pensioendienst gaat na of de algemene grens overschreden is. Bij die beoordeling houdt de Federale Pensioendienst rekening met alle inkomsten, dus ook de inkomsten uit de flexi-job.
- Als de algemene grens is overschreden, dan wordt het pensioen verminderd met hetzelfde percentage als het percentage waarmee de beroepsinkomsten het grensbedrag overschrijden.
- Als de algemene grens niet is overschreden, worden meteen de regels uit fase 2 toegepast.
- Fase 2: de Federale Pensioendienst beoordeelt of de inkomsten uit de flexi-job de bijkomende grens overschrijden.
Als dat het geval is, wordt het (eventueel al verminderde) rustpensioen (opnieuw) verminderd met de helft van het percentage waarmee de inkomsten uit de flexi-job het bijkomende grensbedrag overschrijden.
Als de inkomsten van de gepensioneerde flexi-jobwerknemer één of beide grensbedragen overschrijdt, heeft dit geen impact op het flexi-jobstatuut zelf. Er moeten niet retroactief klassieke socialezekerheidsbijdragen of bedrijfsvoorheffing worden betaald.
Maak je flexi-jobwerknemer dus zeker attent op deze beide grenzen om een vermindering van het pensioenbedrag te vermijden.
Bron:
KB van 26 april 2024 tot wijziging van artikel 64 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, BS 13 december 2024